Vraag & Antwoord

Dien ik mij te ontdoen van het geld dat ik verdiend heb met werk dat verboden?

De afgelopen zes jaar heb ik gewerkt voor buitenlandse bedrijven, op verschillende momenten, waarbij mannen en vrouwen gemend werken en de daarmee samenhangend met elkaar flirten, grapjes maken en het kijken naar verboden zaken. Zo was er ook onzedelijkheid tussen jonge mannen en vrouwen, en zeker tijdens de nachtarbeid. Ik ontving elk maand mijn salaris en ben nu sinds twee jaar gestopt met dit werk, en heb nog een aantal dingen die ik had gekocht van die salarissen die ik ontving waaronder een naaimachine waarmee ik ook kleding maakte voor meisjes. Ik was niet geïnteresseerd in de bescheidenheid van deze kleding, maar ik naaide alles wat mijn klant wenste. Maar nu heb ik berouw getoond tot Allah, en ben ik met dit alles gestopt. Mijn vraag is: wat is het oordeel over het geld wat ik ontving van mijn werk, en de spullen die ik nog heb die ik met dat geld heb gekocht waaronder de naaimachine, wat goud, en wat meubels? Gelieve mij hierover te informeren waarin de Tevredenheid van Allah over mij zit, want ik wil puur mijn bekering en berouw tot Allah tonen gezuiverd van alle gebreken...

Ten eerste:

Wij prijzen Allah dat Hij jou begunstigd heeft met berouw, en bekering en inkeer heeft geschonken. Bij Allah, er is niets beters in deze wereld dan oprecht terugkeer en berouw tot Allah. Wanneer Allah het goede voor heeft voor Zijn dienaar opent Hij voor hem de deur van nederigheid en behoeftigheid (tot Allah), en laat hem zijn gebreken, onwetendheid, onrecht en overtreding van de grenzen zien. Nu is het hart van de dienaar in bekering en spijt voor de verrichte zonde en nalatigheid.

Uw werk in een gemengde omgeving en de fabricage en productie van producten die gebruikt zullen worden op de weg van het verbodene behoort tot de verboden zaken die de islamitische wet verbied ter bescherming van de religie en ter bescherming van de islamitische samenlevingen (zoals de productie van alcohol houdende producten), het vasthouden aan de grenzen van Allah en uit respect voor Allah's Wetten.

Wat betreft de symptomen van het verre zijn van onwettigheden: het afstand houden van de oorzaken en wat ernaar uitnodigt, het vermijden van alle manieren en wegen die er dichter bij brengen. Men dient te vluchten van de plaatsen waar er zijn beelden die de verleiding opwekken, het mensen te vermijden die zonden openlijk plegen, het bevorderen of ernaar uitnodigen, en lichtzinnig zijn in het verrichten ervan. Het zich in gezelschap bevinden van dit soort zaken en mensen is uitnodigend naar de Woede en Toorn van Allah dat alleen wordt gedaan door iemand waarvan het hart leeg is van het eren van de geiwijde zaken van Allah (Zoals Allah (de Verhevene) zegt: "Dat is het, en wie de gewijde zaken van Allah eert: dat is beter voor hem bij zijn Heer." (Soerat Al-H'adj (22) aayah 30)." Einde citaat. (Zie het boek "al-Waabil as-Sayyib' blz.32 van ibn al-Qayyiem)

Ten tweede:

Het naaien van schandelijk dameskleding- voor hen die deze kleding gebruikt voor zonde of voor verleiding (zoals minirok)- is verboden.

Want dit behoort tot het aanmoedigen van het verderfelijke. Het is verplicht voor de moslim de grenzen van Allah te respecteren: van zijn zijde dient hij het niet te aanvaarden Allah ongehoorzaam te zijn, en ook niet een van de helpers van Satan en zijn partij te zijn.

Ibn Taymiyyah zei in het boek "Sharh' al-"Oemdah" 4/387:"Alle kleding waarvan wordt geacht dat het meest waarschijnlijk wordt gebruikt voor de zondigheid is niet toegestaan het te verkopen of te naaien voor degenen die het gebruiken voor de zonde en onrecht. Evenals elke toegestane zaak in oorsprong waarvan geweten wordt dat deze gebruikt zal worden voor de zonde". Einde citaat.

Hij zei ook in de serie "Madjmoo'al-Fataawa" 22/141:"Als je iemand helpt om een zonde te plegen heb je ook een zonde op je geweten, wat jij helpt mee in de zonde en agressie. Daarom vervloekte de Boodschapper (Allah's vrede en zegen zij met hem) alcohol, degene die het distilleert, degene voor van wie het gedistilleerd wordt, degene die het drinkt, degene die het vervoert, degene naar wie het is gebracht, degene die het serveert, degene die het verkoopt, degene die het geld ervan gebruikt, degene die het koopt en degene die het koopt voor een ander. Zij die hier genoemd worden zoals die het destilleert, die het vervoert, en serveert helpen mee om alcohol te schenken. Daarom is het ook verboden wapen te verkopen wanneer je weet dat het gebruikt wordt moslims te vermoordden, of wanneer onschuldigen hiermee vermoord worden." Einde citaat.

De geleerde ibn H'azm zei in zijn boek "al-Moeh'alla" 7/522:"Het is niet toegestaan om iets te verkopen waarvan zeker geweten wordt dat er Allah ermee ongehoorzaam is. Dit mag nooit en te nimmer uitgevoerd worden. Zoals het verkopen van fruit (zoals druiven) waar men zeker van weet dat de koper het gebruikt om alcohol ermee te destilleren. (Zoals een wijnhandelaar die druiven bij een teler koopt om er vervolgens wijn mee te vervaardigen: als moslim mag je niet aan deze klant leveren, want dit is het elkaar helpen tot verderf!) Of het verkopen van een slaaf aan een meester waarvan je weet dat deze laatste hardvochtig en onrechtvaardig is, of het verkopen van wapens of oorlogsuitvoering waarvan je weet dat het onrechtmatig gebruikt wordt tegen moslims of onschuldige mensen, of het verkopen van zijde aan een man waarvan je weet dat hij dit gaat dragen, en zo bij alle zaken. Allah (de Verhevene) zegt: "Ondersteunt elkaar bij het goede en Taqwa. En steunt elkaar niet bij zonde en overtreding." (Soerat al-Maa-idah (5) aayah 2)

De verkoop die wij hierboven hebben vermeld is duidelijke samenwerking in zonde en overtreding, de ontbinding van deze handelstransactie is een samenwerking in deugdzaamheid en vroomheid.

Wanneer men niet zeker ervan is dat deze transactie leidt naar zonde, dan is de verkoop juist want de verkoper helpt niet mee aan zondigheid. Wanneer de koper daarna Allah ongehoorzaam is met wat hij gekocht heeft, is het zijn verantwoordelijkheid." Einde citaat.

Kort samengevat:

Er is in het boek "al-Mawsoe'ah al-Fiqhiyyah": 2/73 over dit onderwerp het volgende gekomen:"Het is niet toegestaan een beroep uit te oefenen die leidt naar h'araam of waarin men helpt verboden zaken te doen; zoals het tatoeëren omdat het gaat om het veranderen van de schepping van Allah, of het opstellen van een rentehypotheek voor een klant bij de bank, vanwege het gegeven dat hiermee andermans eigendommen en geld onrechtvaardig geconsumeerd worden." Einde citaat.

Ten derde:

Een voorwaarde voor berouw van onrechtmatig verkregen geld is dat men zich ontdoet van dit geld. Dat kan door dit uit te geven in het belang van de moslims, of voor diverse goede doelen.

Ibn Taymiyyah zei - zoals in "Madjmoo' al-Fataawa: 22/142":"Wie een prijs heeft genomen voor een verboden zaak, of een dienst zoals de prijs voor het distributie van alcohol, of de beeldhouwer die kruizen (en beelden) maakt, het loon die een prostituee ontvangt, of iets dergelijks dient dit als aalmoezen weg te geven en berouw te tonen van deze zondige daad. Het verdiende geld dat als aalmoes weggeven wordt is dan een boetedoening voor de verrichte zonde. Het is niet toegestaan zelf profijt te hebben van deze vergoeding omdat het een kwaadaardige vergoeding is." Einde citaat.

Er is het volgende citaat gekomen in het boek "al-Foroo' " van ibn Moeflih:2/666: "De verplichting aangaande onrechtmatig verkregen geld is dat men onmiddellijk berouw ervan dient te tonen en onmiddellijk (voor goede doelen) te spenderen." Einde citaat.

Wat je moet doen is de prijs inschatten die je ontvangen hebt voor het naaien van kleding voor onbeschaamde vrouwen, geef het dan aan de armen en behoeftigen, in de hoop de voorgaande zonde weg te wissen.

Wat betreft de loon die je ontvangen hebt in de bedrijf, waaronder ook de gekochte naaimachine- het is niet verplicht om dit weg te geven. Dit omdat deze zaak niet in directe verband wordt gebracht met het werk, maar door gemengd werken die hiermee gepaard gaat. Dit is iets wat buiten de oorsprong van het werk valt. Tenzij de fabriek een verboden zaak produceerde zoals een bier- en wijnbrouwerij, sigarettenfabriek, of productie van verboden producten. In dit geval dien je je te ontdoen van de loon die je hiervoor ontvagen hebt. Wanneer je het echter moeilijk hebt, en niet in staat bent al het geld dat je ontvangen hebt voor de kleding weg te geven aan de armen, is het geen zonde om een deel te laten die je nodig hebt voor de onkosten.

Shaykh al-Islam Ibn Taymiyyah zei:"Als deze prostituee en deze wijnhandelaar berouw hebben getoond en zij zijn arm, is het toegestaan om hen dit geld te behouden wat zij nodig hebben. Wanneer zij in staat zijn handel te drijven of kunnen breien en spinnen dan kunnen zijn zij van het geld gebruiken wat zij nodig hebben als beginkapitaal." (Zie Madjmoo' al-Fataawaa van Sheikh al-Islaam ibn Taymiyyah: 29/308) Einde citaat.

En Allah weet het beste.

Bron: Sheikh Moh'ammed Saalih al-Moenadjid, vraagnummer: 103918.


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN