Bibliotheek

. Wanneer het vasten te beginnen en te beëindigen

 

- De niyyah (intentie) is een vereiste voorwaarde bij de fard (verplichte) vasten, en in andere verplichte vasten, zoals het inhalen van gemiste vastendagen of vasten die verricht worden als boetedoening (kaffaarah), omdat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Er is geen vasten voor de persoon die de nact ervoor niet de intentie heeft verricht om te vasten.” Overgeleverd door Aboe Dawoed, nr. 2454. Een aantal geleerden zoals al-Boekhaarie, an-Nisaa’ie, at-Tirmidhi en anderen dachten dat het waarschijnlijk een mawqoef hadith is. Zie Talkhies al-Hoebayr, 2/188.

De intentie kan op elk moment gedurende de nacht verricht worden, zelfs als dit net een moment voor het Fadjr is. Niyyah betekent vastberadenheid in het hart om iets te doen; het hardop uitspreken is bid’ah (een berispelijke innovatie), en eenieder die weet dat morgen één van de dagen van de Ramadan is en wil vasten heeft de intentie verricht. Madjmoe’ Fataawa Sheikh al-Islaam, 25/215.

Als een persoon de intentie heeft om gedurende de dag zijn vasten te verbreken maar hij doet dit niet, dan is zijn vasten, volgens de meest correct opinie, hierdoor niet nadelig geaffecteerd. Hij is als een persoon die gedurende de dag graag wil spreken maar toch niet spreekt. Een aantal geleerden zijn van mening dat hij niet vast wanneer hij de intentie om te vasten beëindigd heeft, om dus het zekere voor het onzekere te nemen dient hij zijn vasten later in te halen. Afvalligheid echter, maakt de intentie ongeldig; er is geen verschil van mening in deze zaak. 

De persoon die in de Ramadan vast hoeft de intentie niet iedere nacht gedurende de Ramadan te herhalen; het is voldoende om de intentie aan het begin van de maand te verrichten. Als de intentie echter onderbroken wordt door het verbreken van het vasten vanwege bijvoorbeeld een reis of ziekte, dan dient hij de intentie om te vasten te hervatten wanneer de reden van het verbreken van het vasten niet meer aanwezig is.

- De intentie een nacht van te voren verrichten  is niet een voorwaarde van de algemene nafl (vrijwillige) vasten, vanwege de hadith die is overgeleverd door ‘Aa’ishah (Moge Allah tevreden over haar zijn) die zei: “De boodschapper van Allah (Allah’s vrede en zegen zij met hem) kwam op een dag bij mij binnen en zei, ‘Heb je iets (voedsel)?’ Wij zeiden, ‘Nee.’ Hij zei, ‘Dan vast ik in dat geval.” Overgeleverd door Moeslim, 2/809, ‘Abd al-Baaqie.

Maar  in het geval van specifieke nafl vasten zoals ‘Arafaah en ‘Aashoeraa, is het beter om aan de veilig kant te zitten en de intentie een nacht van te voren te verrichten.

- Als een persoon begint aan verplichte vasten, zoals het inhalen van een dag die hij in de Ramadan gemist heeft, of het volbrengen van een eed of vasten als een daad van boetedoening (kaffaarah), dan dient hij de vasten te voltooien en het is hem niet toegestaan deze te verbreken tenzij hij een geldig excuus hiervoor heeft. In het geval van nafl vasten geldt het volgende: “De persoon die een vrijwillige vasten naleeft heeft de keuze om de vasten  of te voltooien of te verbreken.” Overgeleverd door Ahmad, 6/342, zelfs als er geen reden is om het te verbreken. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) stond op een morgen op om te vasten, maar vervolgens at hij. Zoals is overgeleverd in Sa’hih’ Moeslim, in het verhaal van de al-hais (een voedselsoort) dat hem als geschenk werd gegeven toen hij zich in ‘Aa’ishah’s  huis bevond; nr.1154’, ‘Abd al-Baaqie.

Maar zal de persoon die zijn vasten om geen enkele reden verbreekt beloond worden voor het vasten die hij al verricht heeft? Sommige geleerden zeggen dat hij niet beloond zal worden Al-Mawsoe’ah al-Fiqhiyyah, 28/13, aldus is het beter voor degene die een vrijwillige vasten naleeft om deze te voltooien, tenzij er een geldige, dringende reden is om het vasten te stoppen. 

- Wanneer een persoon pas na het aanbreken van de dag te weten komt dat de Ramadan begonnen is, dan dient hij voor de rest van de dag te stoppen met eten en drinken, en hij dient deze dag, volgens de meerderheid van de geleerden, later in te halen, omdat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Er is geen vasten voor degene die de intentie om te vasten niet een nacht van te voren verricht heeft.” Overgeleverd door Aboe Dawoed, 2454.

- Wanneer een gevangene te weten komt dat de Ramadan begonnen is door zelf de maan te hebben waargenomen of doordat hem dit verteld is door een betrouwbaar persoon, dan dient hij te vasten. Als hij niet weet wanneer de maand begint dan dient hij dit voor zichzelf  te berekenen (idjtihaad) en hij dient te handelen naar datgene wat voor hem het meest waarschijnlijk lijkt. Als hij er later achter komt dat zijn vasten met de Ramadan is samengevallen, dan is dit volgens de meerderheid van de foeqahaa-e in orde, maar als hij zijn vasten echter vóór de Ramadan begon, dan is dit niet acceptabel en hij dient zijn vasten in te halen. Als een gedeelte van zijn vasten met de Ramadan samenvalt en een gedeelte niet; wat ermee samenvalt of erna komt is in orde, maar wat ervoor komt niet. Als deze zaak nooit duidelijk voor hem wordt, dan is zijn vasten in orde, omdat hij zijn best gedaan heeft, en Allah belast een persoon niet boven zijn vermogen. Al-Mawsoe’ah al-Fiqhiyyah, 28/84.

- Als de gehele schijf van de zon eenmaal verdwenen is dan dient de vastende zijn vasten te verbreken, en geen aandacht te besteden aan de rode gloed die bij de horizon achterblijft, omdat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Als de nacht eenmaal van daar komt en de dag van daar verdwijnt, en de zon onder is gegaan, dan dient de vastende persoon zijn vasten te verbreken.” Overgeleverd door al-Boekhaarie, al-Fath, nr. 1954; deze kwestie is ook genoemd in Majmoe’ al-Fataawa, 25/216.

Het is Soennah om zich te haasten in het verbreken van het vasten. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) bad pas het maghrib-gebed als hij zijn vasten verbroken had, al was dit slechts met een teugje water. Overgeleverd door al-Haakim, 1/432; as-Silsilat as-Sa’hih’ah, 2110.

Als een vastende niets kan vinden om zijn vasten mee te verbreken, dan dient hij de intentie om zijn vasten te verbreken in zijn hart te verrichten, en hij behoort niet op zijn vinger te zuigen, zoals  sommige mensen doen. Hij dient zich te hoeden voor het verbreken van het vasten vóór het juiste moment, omdat de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) een aantal mensen zag die opgehangen werden aan hun kniepezen, met bloed die uit hun mondhoeken stroomde, en toen hij naar hen vroeg werd hem verteld dat zij mensen waren die hun vasten verbroken voordat de tijd hiervoor was aangebroken.” De hadith staat in Sa’hih’ Ibn Khoezaymah, nr. 1986, en in Sa’hih’ at-Targhieb 1/420. Als een persoon er zeker van is, het heel waarschijnlijk acht, of er niet zeker van is of hij zijn vasten vóór het juiste moment verbroken heeft, dan dient hij zijn vasten later in te halen, omdat de basisprincipe is dat het nog steeds dag is en niet is beëindigd. Fataawa Al-Ladjnah Ad-Daa-iemah, 10/287.

Hij dient zich te hoeden voor het afgaan op de woorden van kinderen of onbetrouwbare bronnen, en hij dient tevens de tijdsverschillen tussen verschillende steden en dorpen in acht te nemen wanneer hij de adhaan op de radio o.i.d hoort.

- Wanneer de dag aanbreekt- dit is wanneer het witte licht dwars over de horizon in het oosten komt- dan dient de vastende meteen te stoppen met eten en drinken, of hij de adhaan nou wel of niet hoort. Als hij echter weet dat de moe-addhin de adhaan bij dageraad oproept, dan dient hij meteen bij het horen van zijn adhaan te stoppen met eten en drinken, maar als de moe-addhin de adhaan vóór de Fadjr oproept dan hoeft hij niet te stoppen met eten en drinken wanneer hij dit hoort. Als hij niet weet wat het gewoonlijke gebruik van de moe-addhin is, of als er verschillen onder de moe-addhins zijn, en hij de tijd van de dageraad niet voor zichzelf kan bepalen, zoals gewoonlijk het geval is in steden vanwege verlichting en gebouwen, dan dient hij een voorzorgsmaatregel te nemen door naar een uitgeprinte tijdstabel te verwijzen, zolang hij er zeker van is dat de berekeningen waarop het gebaseerd is niet onjuist zijn.

Het idee om het zekere voor het onzekere te nemen door een bepaalde tijd voor het Fadjr met eten en drinken te stoppen is bid’ah. Op sommige tijdstabellen staat een rubriek voor ‘imsaak’ (het stoppen met eten en drinken) en een andere voor Fadjr; dit is iets wat in tegenstrijd is met de islam. 

- De moslims die in steden wonen waar in elke vierentwintiguurs-periode een duidelijke afwisseling is in nacht en dag zijn verplicht te vasten, het doet er niet toe hoe lang de dag is, als de onderscheiding tussen de nacht en de dag maar aanwezig is. Op sommige plaatsen is er geen onderscheiding tussen nacht en dag; moslims die op deze plaatsen wonen moeten volgens de tijden van de dichtstbijzijnde stad vasten waarin een duidelijke afwisseling is van nacht en dag. 

Bron: www.al-islam.com

 


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN