Bibliotheek

. Regels bij het vasten voor vrouwen

 

Een vrouw die de leeftijd van de pubertijd bereikt heeft, maar te verlegen is om dit iemand te vertellen, en daarom dus ook niet vast, dient berouw te tonen en de dagen in te halen die zij gemist heeft. Tevens dient zij iedere dag een arme te voeden als een daad van boetedoening voor het uitstellen van haar vasten wanneer de volgende Ramadan is aangebroken en ze deze dagen nog niet heeft ingehaald. Haar geval is zoals die van een vrouw die de dagen van haar (menstruatie) periode uit schaamte vast en ze later niet inhaalt.

Als een vrouw niet precies weet hoeveel dagen ze gemist heeft, dient zij te vasten totdat zij er vrijwel zeker van is dat zij de dagen heeft ingehaald die ze gemist heeft en niet in de voorgaande Ramadans had ingehaald. En voor elke dag die zij uitstelde dient zij de boetedoening te offeren. Dit kan zij tegelijk met het vasten doen of gescheiden hiervan, dit hangt af van waartoe zij in staat is.

Een vrouw mag niet vasten  zonder de toestemming van haar man wanneer deze aanwezig is, behalve in de Ramadan, maar als hij op reis is dan maakt dit niet uit. Wanneer een menstruerende vrouw de witte substantie ziet, die door de uterus wordt ontlast wanneer de periode tot een einde is gekomen, en waardoor een vrouw te weten komt dat zij nu taahira (rein) is geworden, dient zij een nacht van te voren de intentie te hebben om te vasten en vervolgens dient zij te vasten. Als ze niet een bepaalde tijd heeft waarin ze weet dat ze taahira is, dan dient zij een stuk katoen of iets dergelijks in te leggen, en als deze er naderhand schoon uit komt dan behoort zij te vasten. Maar wanneer zij weer begint te bloeden moet ze haar vasten weer stoppen, of het bloed nou stroming is of gewoon vlekt, omdat het zolang het tijdens de periode komt het vasten verbreekt. Fataawa Al-Ladjnah Ad-daa-imah, 10/154.

Als de bloedstilstand pas na de Maghreb voortzet, en als zij gevast heeft met de intentie een nacht van te voren verricht te hebben, dan is haar vasten geldig. Als een vrouw de beweging van menstruele bloed in haar lichaam voelt maar pas nadat de zon is ondergegaan er uitkomt, dan is haar vasten geldig en zij hoeft de dag later niet in te halen.

Als de periode van een vrouw of  nageboortenbloedingen tijdens de nacht ophouden, en zij de intentie verricht om te vasten terwijl de dag aanbreekt voordat zij de ghoesl kan verrichten dan is, volgens alle geleerden, haar vasten geldig. Al-Fat-h’, 4/148.

Als een vrouw weet dat haar periode morgen begint, dient zij alsnog haar intentie voort te zetten en te blijven vasten; zij mag haar vasten pas verbreken als zij het bloed daadwerkelijk ziet.

Het is voor een menstruerende vrouw beter om gewoon te blijven en te accepteren wat Allah voor haar heeft besloten door geen geneesmiddelen in te nemen om het bloeden te verhinderen. Zij dient tevreden te zijn met wat Allah van haar accepteert van het verbreken van haar vasten gedurende haar periode die ze later weer inhaalt. Dit is hoe de moeders der gelovigen en de vrouwen van de salaf waren. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/151.

Bovendien is er medisch bewijs dat bewijst dat veel dingen die het bloeden verhinderen in werkelijkheid schadelijk zijn, en veel vrouwen hebben te lijden aan onregelmatige periodes als gevolg daarvan. Als een vrouw dit echter  doet en iets inneemt om het bloeden te stoppen en vast, dan is dit in orde.

Istihaadah (niet-menstruele vaginale bloeding) heeft geen enkel effect op de geldigheid van het vasten. Als een zwangere vrouw een miskraam krijgt en de foetus gevormd is of een waarneembare omtrek van elk gedeelte van het lichaam heeft, dan is haar bloed nifaas; als zij er echter iets uitlaat wat op een bloedklonter (‘alaq) lijkt of een gekauwd stuk vlees dat geen waarneembare menselijke kenmerken heeft, dan is haar bloeding istihaadah en zij dient dan te vasten als zij hiertoe in staat is, ze kan anderszins haar vasten ook verbreken en dit later weer inhalen. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/224.

Als zij eenmaal rein is nadat zij een operatie heeft gehad om de baarmoeder te reinigen dan dient zij te vasten. De geleerden hebben geconstateerd dat de embryo geacht wordt  na 80 dagen zwangerschap een vaste vorm aan te nemen.

Als een vrouw vòòr veertig dagen rein is van nifaas, dient zij te vasten en ghoesl te verrichten zodat ze weer kan bidden. Al-Moeghnie ma’a as-Sharh al-Kabier, 1/360.

Als het bloeden binnen de veertig dagen na de geboorte hervat dan dient zij te stoppen met vasten omdat dit nog steeds nifaas is. Als het bloeden echter na de veertigste dag nog aanhoudt, dan dient zij de intentie te verrichten om te vasten en ghoesl doen (volgens de meerderheid van de geleerden), en elke bloeding na de veertigste dag wordt als istihaadah (niet-menstruele bloeding) beschouwd- tenzij het samenvalt met de vaste tijd van haar periode, in wiens geval het hayd (menstruele bloeding) is.

Als een vrouw die borstvoeding geeft gedurende de dag vast en een spikkel bloed ziet tijdens de nacht, alhoewel zij gedurende dag rein was, dan is haar vasten nog steeds geldig. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/150.

Volgens de meest correcte opinie wordt een vrouw die zwanger is of borstvoeding geeft beschouwd als iemand die ziek is, dus is het haar toegestaan niet te vasten, en ze hoeft slecht de dagen die zij gemist heeft in te halen, of ze nou voor haarzelf of voor haar kind vreest. De profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) heeft gezegd: “Allah heeft de verplichting van het vasten en een gedeelte van het gebed van de reiziger opgeheven, en Hij heeft de verplichting van het vasten van de zwangere vrouw en de vrouw die borstvoeding geeft opgeheven”. Overgeleverd door at-Tirmidhi, 3/85; hij zei (het is een) hasan hadith.

Als een zwangere vrouw vast en wat bloeding ondervindt, dan is haar vasten nog steeds geldig; dit beïnvloedt haar vasten absoluut niet. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/225.

In het geval van een vrouw die verplicht is te vasten, als haar man gedurende de dag in de Ramadan met haar toestemming gemeenschap met haar heeft, dan is de regeling die voor hem geldt ook van toepassing op haar. Als hij haar echter dwingt om dit te doen dan dient zij haar best te doen om zich tegen hem te verzetten, en ze hoeft heer geen boete voor te doen. Ibn ‘Aqiel (moge Allah genade met hem hebben) zei: “In het geval van een man die gedurende de dag in de Ramadan gemeenschap heeft met zijn vrouw terwijl zij slaapt, dient zij geen boetedoening te offeren.” Maar om het zekere voor het onzekere te nemen behoort zij die vastendag later wel in te halen. (Sheikh al-Islaam Ibn Taymiyyah (moge Allah genade met hem hebben) was van mening dat dit haar vasten helemaal niet ongeldig maakt).

Een vrouw die weet dat haar echtgenoot zichzelf niet kan beheersen dient van hem weg te blijven en haarzelf gedurende de dag in de Ramadan niet te versieren. Vrouwen dienen de vastendagen die ze tijdens de Ramadan gemist hebben in te halen, zelfs zonder dat hun echtgenoten dit weten. Het is niet een voorwaarde voor een verplichte vastendag voor een vrouw om eerst toestemming van haar echtgenoot te krijgen. Als een vrouw een verplichte vasten naleeft, is het haar niet toegestaan om deze te verbreken behalve voor een geldige reden. Het is haar echtgenoot niet toegestaan om haar te bevelen haar vasten te verbreken wanneer ze een dag die ze gemist heeft aan het inhalen is; het is hem niet toegestaan om gemeenschap met haar te hebben wanneer ze een gemiste vastendag inhaalt, en het is haar in dat opzicht ook niet toegestaan om hem te gehoorzamen. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/353.

Wat vrijwillige vasten echter betreft, is het een vrouw niet toegestaan om een niet-verplichte vasten te verrichten zonder de toestemming van haar man wanneer hij aanwezig is, vanwege de hadith overgeleverd door Aboe Hoerairah (moge Allah tevreden over hem zijn), volgens wie de profeet (Allah’s vrede en zegen zij met hem) zei: “Geen enkele vrouw dient te vasten wanneer haar echtgenoot aanwezig is behalve met zijn toestemming.” Overgeleverd door Al-Boekhaarie, 4793.

Afgezien van hayd (menstruatie) en nifaas (nageboortenbloeding), kunnen andere zaken het vasten slechts verbreken wanneer de volgende drie voorwaarden gelden: als een persoon weet dat het, het vasten verbreekt en niet onwetend is; als hij zich bewust is van wat hij aan het doen is en niet vergeten is dat hij aan het vasten is; als hij het uit vrije wil doet en hiertoe niet gedwongen wordt.

Onder de dingen die het vasten verbreken behoren de handelingen die betrekking hebben op de uitzetting van lichamelijke vloeistoffen, zoals gemeenschap, braaksel, menstruatie en het koppen (aderlaten), en handelingen die betrekking hebben op het opnemen, zoals eten en drinken. Madjmoe’Al-Fataawa, 25/148.

Onder de dingen die het vasten verbreken behoren zaken die geclassificeerd zijn als gelijkzijnde aan eten of drinken, zoals het innemen van medicijnen en pillen via de mond, injecties, voedingsstoffen of bloedtransfusies. 

Injecties die niet gegeven worden om voedsel en drinken te vervangen maar gebruikt worden om medicaties toe te passen, zoals penicilline en insuline, tonicum of vaccinaties, verbreken het vasten niet, ongeacht of ze nou in de spieren of in de aders gespoten worden. Fataawa Ibn Ibrahiem, 4/189. Maar om het zekere voor het onzekere te nemen dienen al deze injecties gedurende de nacht verricht te worden.

Nierdialyses waarbij bloed wordt afgenomen, gereinigd en vervolgens weer wordt teruggeplaatst met wat chemicaliën of voedingsstoffen zoals suikers en zouten die toegevoegd worden, maakt het vasten ongeldig. Fataawa Al-Ladjnah ad-Daa-imah, 10/190.

Volgens de meest correcte opvatting maken zetpillen, oogdruppels, het uittrekken van een tand en het behandelen van wonden het vasten niet ongeldig. Madjmoo’ Fataawa Sheikh al-Islaam, 25/233, 25/245.

Puffers die voor astma gebruikt worden verbreken het vasten niet omdat dit slechts samengeperste gas is die door de longen gaat; het is geen voedsel, en het is ten alle tijden nodig, in de Ramadan of op andere momenten. Het nemen van bloedmonsters verbreekt het vasten niet en het is toegestaan omdat het iets noodzakelijks is. Fataawa ad-Da’wah: Ibn Baaz, nr. 979.

Medicijnen die door gorgelen gebruikt worden verbreken het vasten niet zolang het niet wordt doorgeslikt. Als een persoon een gevulde tand heeft en de smaak ervan in zijn keel proeft verbreekt dit het vasten niet. Van de fataawa van ‘Abd al-’Aziez ibn Baaz, mondeling uitgevaardigd.

 


AL.ISLAAM.COM
Uw mobiele kennisbron over de Islaam

BESCHIKBAAR OP DE VOLGENDE APPARATEN